top of page

12/2017 Afgelopen halfjaar steeg de omzet van webwinkels met 22 procent. Dat we steeds vaker online gaan winkelen, is inmiddels wel bekend. De stijgende cijfers voorspellen rooskleurige toekomst van het online shopping. Aan deze prachtige impuls voor onze nog immer sputterende economie zit echter ook een belangrijk nadeel. Steeds meer online bestelde spullen worden namelijk net zo gemakkelijk weer teruggestuurd. Door het gemak van online shoppen staan veel consumenten niet stil bij de enorme schade die ze hiermee veroorzaken. Desalniettemin rijzen de transportkosten inmiddels de pan uit, en daarmee ook de belasting op het milieu. 

 

Zowel in de fysieke als de online winkel hebben winkeliers nu eenmaal te maken met het feit dat er elk seizoen kleding overblijft, maar het verschil tussen de fysieke en de online winkel is dat de fysieke winkel een stuk minder belastend is voor het milieu. In de fysieke winkel wordt de kleding gepast in een pashokje en wanneer een stuk niet goed is, wordt deze weer terug gehangen in de winkel. De online winkel heeft er voor gezorgd dat we de deur niet meer uit hoeven en dat we de kleding thuis kunnen passen. Wanneer de kleding niet goed is, moet deze worden teruggestuurd en wordt er gebruik gemaakt van transport, dat belastend is voor het milieu. Het online shopping wordt steeds aantrekkelijker voor de consument, webshops rekenen nauwelijks bezorg- en retourkosten en het is tegenwoordig mogelijk dat een bestelling dezelfde dag nog in huis is. 

Ik wil inspelen op de kwijnende retour-kwestie door de fysieke winkel te koesteren. Mijn ontwerp biedt bedrijven de mogelijkheid om overgebleven stukken een nieuw leven in te blazen. De kleding komt terecht in een winkel waar louter restanten worden verkocht. De winkel is gericht op duurzaamheid en ik heb in deze aangelegenheid een paskamer ont- worpen, ik zie deze ruimte als het hart van de winkel. Het thuispassen wordt vaak als prettig ervaren, in tegenstelling tot het passen in de winkel, dat vaak gepaard gaat met een groot ongemak. Een paar jaar terug liet modevakblad Textilia onderzoeken wat de grootste paskamer ergernissen zijn en daarbij stond ‘te krappe hokjes’ met ruim 33 procent bovenaan, gevolgd door ‘te weinig privacy’ 20% en ’viezigheid’ met 18%.

Bij de overige onaangenaamheden hoorden slecht sluitende gordijnen/deuren (12%), geen spiegel (10%) en tot slot: beroerde verlichting (7%). Dat de paskamer regelmatig een onaangename ervaring met zich teweegbrengt, beschouw ik als een gemiste kans. In de paskamer beslis je immers of je een kledingstuk wilt hebben of niet. De paskamer staat in het teken van duurzaamheid en belangrijke thema’s als gevoel, intimiteit, tederheid en tactiliteit worden gekoesterd. Met mijn ontwerp wil ik de mode industrie milieuvriendelijker maken en de paskamer weer aantrekkelijk maken. 

Mijn paskamer is gericht op duurzaamheid, ontworpen vanuit en naar het lichaam. Ik ben mijn proces gestart met een 1:1 onderzoek in de ruimte. Ik wil kunnen ervaren hoe ik binnenloop, ervaren hoe ik mijn spullen een plek geef en ervaren in wat voor ruimte ik me omkleed. Al deze punten vormen de basis van mijn ontwerp, van entree tot het omkleden en het verlaten van de ruimte. Er ontstond langzaam maar zeker een werkend geheel dat stap voor stap is doorontwikkeld tot in de verfijning van de kleinste details; de ronde plinten die de hygiene bevorderen en er voor zorgen dat de ruimte makkelijk is schoon te houden, en de inkeep in de kleding haak die er voor zorgt dat de hangers niet van de haak af vallen. Mijn 1:1 onderzoek heb ik vertaald naar een 1:5 maquette, uitgebreide tekeningen en verschillende details. 

logo ontwerp hartje.jpg
bottom of page